Aanpassing maximumprijzen vanaf 1 januari 2020

1. Brandstoffen voor transport op de weg    

Op 1 januari 2020 vindt een aanpassing plaats van de maximumprijzen van de brandstoffen als gevolg van de verdere omzetting van de Europese Richtlijn (Renewable Energy Directive RED1) ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen in transportbrandstoffen voor het wegverkeer.

In België bepaalt de omgezette RED richtlijn dat vanaf 1 januari 2020, 8,5% van de energiewaarde van diesel en benzine moeten bestaan uit duurzame biobrandstoffen. Tot nu toe bedroeg, in het kader van de RED verplichting, het aandeel biobrandstoffen voor diesel B7 5,4% energie (6% in volume), voor benzine E10 5,8% energie en voor benzine E5 3,4% energie (8,5% in volume voor benzines E10 en E5 samengenomen). Het verschil tussen het aandeel uitgedrukt in volume- en energie is te wijten aan het feit dat biobrandstoffen een lagere energie-inhoud hebben dan diesel en benzine.

Om voor de brandstoffen diesel, benzine E10 en benzine E5 de 8.5% energie verplichting te bereiken, moet er dus bijkomende biobrandstof gemengd worden. De  productkost van biobrandstoffen is evenwel hoger dan die van de conventionele diesel en benzine. Hierdoor zal de maximumprijs van diesel B7 en van benzine 95E10 met (ongeveer) 2 cent/liter (excl. BTW) stijgen.

Bijkomende toelichting nav de berekeningen op 31 december 2019 voor de maximum prijzen per 1 januari: 2020: de maximum prijs van de benzine stijgt vandaag (31/12/2019) meer dan die van diesel: dit komt omdat de stijging van de benzines ook wijzigingen van noteringen van benzine meeneemt in de berekeningen, iets wat voor diesel reeds in de voorbij dagen had plaatsgevonden. Dit is ook te zien op de grafieken die te vinden zijn bij de rubriek Evolutie.

De maximum prijs van benzine E5 (zoals 98E5) zal met (ongeveer) 5 cent/liter  (excl. BTW) sterker stijgen omdat er een grotere inhaalbeweging nodig is om de 8,5% energie verplichting te bereiken.

In het aandeel biobrandstoffen dat mag worden bijgemengd, zullen de biobrandstoffen van de 1ste generatie slechts in beperkt mate gebruikt mogen worden, tot max 7% energie. De hoeveelheid daarboven komt uit andere bronnen van biomassa, die niet in concurrentie zijn met voeder- en voedingsgewassen. Dit zijn de tweede generatie biobrandstoffen, die noch rechtstreeks noch onrechtstreeks een impact mogen hebben op het gebruik van landbouwgronden, volgens de criteria bepaald door de Europese Unie.

2. Brandstoffen voor transport niet op de weg (off road)

In 2020 wordt ook de omzetting de Europese Richtlijn Fuels Quality Directive (FQD)2 van kracht. Deze is niet alleen van toepassing op diesel en benzine voor wegtransport, maar ook op het niet weg transport (zgn. off road) waar de CO2 uitstoot ook met 6% moet verlagen.  

In tegenstelling tot het wegtransport (zie boven), is het off road transport niet onderhevig aan de RED verplichting (Renewable Energy Directive RED). De FQD verplichting zal vanaf 1 januari 2020 een onmiddellijke impact hebben in de off road sectoren. Deze sectoren gebruiken hiervoor nagenoeg exclusief gasolie-diesel. Dit heeft als gevolg dat de maximumprijzen voor gasolie-diesel in off road toepassingen vanaf 1 januari 2020 zullen worden aangepast.

Brandstofleveranciers die onder deze verplichting vallen kunnen vrijwel nooit exact bepalen welk deel van de gasolie diesel die ze in verbruik stellen, onderhevig is aan de FQD verplichting. Dezelfde brandstof wordt immers ook gebruikt voor andere toepassingen dan transport, bijvoorbeeld in generatoren. De overheid heeft daarom een vereenvoudigende methodiek ingevoerd om duidelijkheid te scheppen. Op basis van de CO2-rapportage van België aan de Verenigde Naties, heeft de overheid bepaald hoeveel op landelijk en globaal niveau aan gasolie diesel voor transportdoeleinden in de off road sectoren verbruikt wordt. Hieruit zijn voor elke sector landelijke globale factoren afgeleid die rekening houden met de globale, landelijke sectorspecifieke situaties. Dit weerspiegelt zich dan ook in de maximumprijs van de gasolie-diesel van elke betrokken off road sector, waardoor de impact van de FQD richtlijn op die maximumprijzen beperkt wordt.

Zo zal de maximumprijs van gasolie-diesel voor de landbouwsector een specifieke gebruiksfactor hebben die het globale transportaandeel weerspiegelt. Een gebruiker in de landbouw zal rekening moeten houden met een maximumprijs verhoging van ongeveer 2,7 cent per liter gasolie-diesel.

De verhoging van de maximumprijzen in deze tekst zijn indicatief want de effectieve maximumprijzen op datum van het in voege treden zijn afhankelijk van schommelingen van de brandstofnoteringen.

1.  Richtlijn 2009/28/EG van 23 april 2009
2.  Richtlijn 2009/30/EG van 23 april 2009